Psychoanalytisch Woordenboek

Brief van Freud aan Ferenczi

Sándor Ferenczi

Sándor Ferenczi

Na een gezamenlijke reis schrijft Freud een vaderlijke brief aan Ferenczi: ‘De mens moet zijn complexen niet willen uitroeien, maar het met ze op een akkoordje gooien.’

Freud was zijn leven lang buitengewoon gesteld op zijn jongere collega Ferenczi met zijn ongebreidelde fantasie en zijn aanstekelijke enthousiasme. In september 1910 waren ze samen op reis geweest. Via Parijs en Rome reisden ze naar Sicilië. Die reis werd echter een tegenvaller omdat Ferenczi zich zeer onzelfstandig gedroeg met een houding van ‘verlegen bewondering en stille oppositie’. Zijn verlangen naar vaderliefde was onverzadigbaar en zijn vragen om intimiteit kende geen grenzen (Jones). Dat was vervelend voor Freud en Ferenczi voelde zich na afloop verlegen met zijn ‘infantiele’ gedrag, dat hij zich als een kleine, afhankelijke zoon was blijven opstellen. De volgende brief, van 17 november 1911, is een mild spottende reactie van Freud daarop.

‘Beste Zoon,

U verlangt een snel antwoord op uw affectgeladen brief, en ik zou vandaag graag nog wat werken, en ik ben [ook] blij vanwege goed nieuws, dat ik u verderop zal meedelen. Mijn brief zal dus kort uitvallen en u niet veel nieuws vertellen. Ik ken natuurlijk uw Komplexbeschwerden en ik geef graag toe dat ik liever een zelfstandige vriend had, maar als u zulke moeilijkheden maakt moet ik u wel als zoon aannemen. Uw gevecht om bevrijding hoeft zich niet in zulke alternatieven te voltrekken van opstand en onderwerping. Ik geloof dat u ook een beetje aan angst voor complexen lijdt, die verbonden is geraakt met Jungs complex voor mythologie. De mens moet zijn complexen niet willen uitroeien, maar het met ze op een akkoordje gooien; zij zijn terecht de dirigenten van zijn gedrag in de wereld.

Overigens bent u wetenschappelijk uitstekend op weg u zelfstandig te maken. Dat bewijzen uw studies over occultisme, die misschien uit dit streven een extra scheut overijverigheid krijgen. Schaamt u er zich er anders niet voor het meestal met mij eens te zijn en verlangt u van mij persoonlijk niet meer dan ik graag weggeef. Men moet blij zijn, wanneer een mens bij uitzondering met zichzelf alleen klaar komt. U kent vast die goede zinsnede: “Wat iemand zomaar krijgt, is winst.”

En nu het nieuws: […]

Nu leef wel en kom tot rust.

Met vaderlijke groet,

Uw Freud’

Vertaling: Harry Stroeken

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: