Psychoanalytisch Woordenboek

De droom van Geke

Droomduiding

Ada de Boer geeft droominterpretaties ‘op afstand’ door de dromers vragen voor te leggen waarmee zij zelf aan de slag kunnen.

In 2009 interpreteerde ik een twintigtal dromen op de website van Psychologie Magazine. Ik kende de dromers niet, wist niets van hun achtergrond en kon hun niet om nadere toelichting dan wel associaties vragen. Juist daarom was het extra belangrijk om niet al te vaststaande interpretaties te geven. Ook was ik voorzichtig, omdat ik de ‘draagkracht’ van de dromers niet kende. Ik suggereerde in mijn reacties de dromers een aantal aandachtspunten en vragen waarmee ze zelf hun droom nader zouden kunnen onderzoeken.

Ik legde de nadruk naar verhouding wat minder op de uitleg van symbolen, die vaak immers multi-interpretabel zijn. Ik richtte mijn aandacht vooral op de rol van het droom-ego: wat doet, denkt en voelt de dromer en hoe reageert hij op al dan niet frustrerende droomgebeurtenissen. Deze aspecten liggen in het droomverhaal besloten en maken het mogelijk om zonder kennis over het leven van de dromer of diens associaties, toch op zinvolle wijze naar een droom te kijken.

Toch zijn symbolen belangrijk. In onderstaande droom bijvoorbeeld neemt de gebreide trui met capuchon een centrale plaats in de droom in. Ik geef een meer algemene uitleg over de symboliek van kleding in dromen. Ook probeer ik de droomster door een paar vragen te stimuleren zelf verder te associëren over de trui.

Andere droomfiguren zijn natuurlijk een uitermate essentieel gegeven in dromen. Onbekende droomfiguren vertegenwoordigen vaak – niet altijd! – aspecten van de persoonlijkheid van de dromer. Daarom geef ik de droomster wat handvaten om nader ‘kennis te maken’ met de onbekende persoon die haar trui opnieuw gaat breien.

Een half jaar na de droomuitleg ontmoette ik de droomster toen ze een droomcursus bij mij volgde. Ze vertelde me dat ze zich goed had herkend in mijn benadering van haar droom.

Dit is de droom:

Ik fietste op een voor mij bekende weg. Het was licht. Ik wilde naar iemand toe die een gebreide trui met capuchon opnieuw zou gaan breien omdat deze mij te groot was geworden. In de verte zag ik een vrachtauto komen. Ik dacht: ‘Ik moet aan de kant gaan fietsen dan kan hij er langs.’ Het was ineens donker. Een auto achter mij remde. Ik werd heel bang want ik wist dat ik mijn achterlicht niet aan had en was bang dat de bestuurder mij in elkaar zou slaan. Ik werd angstig wakker, het was 3:33 uur op de wekkerradio.

Interpretatie:

Vaak zie je dit scenario in dromen: eerst is de situatie neutraal of plezierig, dan doemt een frustrerende factor op, je voelt je machteloos en de droom eindigt onplezierig. In jouw droom: het is licht, je fietst, vaak een teken van op eigen kracht gaan, naar iemand die je wellicht zal helpen. De frustrerende factor is de vrachtauto. Dan is het ook donker in je droom geworden.

Kleding in een droom heeft vaak te maken met het beeld dat je van jezelf aan de wereld toont of wilt tonen. Kennelijk is er in jouw beleving iets te groot geworden in dat beeld, zet je jezelf ‘groter’ neer dan goed voelt of reëel is. Of er is door de loop der jaren iets aan dat beeld veranderd en is het goed om meer aan te sluiten aan het beeld van vandaag.

Denk eens na waarvoor een capuchon in jouw geval dient: om je tegen kou of regen te beschermen? Om speciaal je hoofd te beschermen? Of om je in te verschuilen? En in het laatste geval: voor wie of wat?

Degene die een nieuwe trui voor je gaat breien is waarschijnlijk een ‘helper’, een onbekende droomfiguur die je daadwerkelijk helpt, gidst of geneest. Je innerlijke ‘helper’ helpt je ‘in je eigen maat’ te komen en is dus een belangrijke figuur in je droom.

Misschien weet je iets meer over je helper: is het een man of vrouw, oud of jong, een bekende of onbekende? En misschien weet je iets van zijn of haar eigenschappen, kijk gewoon welke associaties er als eerste bij je opkomen: sterk, warm, begripvol, een vertrouwde kameraad, een goede breier of …?

Later in je droom verkeer je in een uiterst onveilige situatie waar ‘geen ruimte’ meer voor je is. Ik heb de indruk dat je ‘een kleinere maat aanmeten’ misschien ervaart als ‘geen ruimte’ meer hebben.

En dan doet je fietslicht het niet. Opvallend is dat je niet zozeer bang bent te worden overreden, maar om in elkaar geslagen te worden. Je vindt misschien dat je tekortschiet met dat kapotte fietslicht, maar de ‘straf’ heeft een duidelijk geweldskarakter. Misschien heb je soms de neiging je boosheid tegen jezelf te richten, dat is misschien iets om eens over na te denken.

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: