Psychoanalytisch Woordenboek

Abstinentieregel

  • Duits: Abstinenzregel
  • Engels: abstinence
  • Frans: règle d’abstinence

‘De kuur moet in abstinentie worden uitgevoerd’ (Freud, 1915a; 6: 441). Dit houdt in dat de patiënt tijdens de behandeling zo weinig mogelijk substituutbevredigingen mag ervaren. De analysand moet bijvoorbeeld ontdekken dat hij (onbewust) een (betere) vader zoekt en daarom steeds vastloopt in zijn relaties met mannelijke autoriteitsfiguren. Wanneer ditzelfde zou gebeuren met de analyticus zou de analyse slechts een herhaling, een nieuwe slechte ervaring vormen. De duiding is erop gericht de herinnering aan en herbeleving van oude verlangens te bevorderen en daardoor vruchteloze herhalingen te voorkomen. Men kan ook zeggen dat de duiding de therapeutische barrière tussen de patiënt en zijn object in stand houdt. De lijdensdruk moet gehandhaafd blijven: een psychoanalyse is ook een proces van rouw, namelijk het opgeven van verlangens die nooit meer vervuld kunnen worden. Hiermee hangt samen dat vroeger, toen psychoanalyses gewoonlijk korter duurden, aan de analysand verboden werd tijdens de behandeling levensbelangrijke beslissingen te nemen. De analyticus behoort volgens de abstinentieregel in beginsel zijn neutraliteit te bewaren en zich te beperken tot luisteren en spreken. Freud spreekt van de verleiding voor de analyticus ‘om tegenover de patiënt de rol van profeet, zielenredder en heiland te spelen’ (1923b; 8: 413n). Zie Ageren, Alsof en Techniek.

Literatuur

  • Freud, S. (1915a) ‘Verdere adviezen over de psychoanalytische techniek III: Opmerkingen over de overdrachtsliefde’, Werken 6: 434, 436-447.
  • Freud, S. (1923b) ‘Het Ik en het Es’, Werken 8: 371, 380-420.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: