Psychoanalytisch Woordenboek

Anankè

  • Duits: Ananke, die
  • Frans: Ananké

Het noodlot. De Weltenfirma ‘Fatum & Anankè’ (brief van Freud aan Ferenczi van 10-1-1910) is de laatste realiteit voor Freud, staande tegenover het lustprincipe. Hij ontleende het begrippenpaar Logos en Anankè aan Multatuli (1906f; 4: 554n). Ten slotte moet de mens het hoofd buigen voor het onvermijdelijke. Freud beschouwt het als wijsheid dat Moira bij de Grieken boven de goden stond (1927c; 9: 371). Freuds sympathie voor deze visie moge blijken uit de volgende zin over Leonardo da Vinci, in wie hij een alter ego herkende: ‘De stellingen waarin hij de diepste wijsheid van zijn laatste levensjaren heeft neergelegd, ademen de resignatie van een mens die zich aan de Anankè, de natuurwetten, onderwerpt en van de goedheid of genade Gods geen soelaas verwacht’ (1910c; 5: 264).

Literatuur

  • Freud, S. (1906f) ‘Over lezen en goede boeken’, Werken 4: 551, 553-554.
  • Freud, S. (1910c) ‘Een jeugdherinnering van Leonardo da Vinci’, Werken 5: 201, 206-275.
  • Freud, S. (1927c) ‘De toekomst van een illusie’, Werken 9: 356, 359-407.
  • Freud, S. & Ferenczi, S. (1993-2005) Briefwechsel. Böhlau, Wenen/Keulen/Weimar.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: