Psychoanalytisch Woordenboek

Authenticiteit

De actuele analyticus is nu meer gevoelsmatig betrokken bij de analysant dan vroeger; zijn eigen subjectiviteit kleurt het analytisch proces en hij beseft dat hij zelf ook verandert zoals de analysant, tijdens het proces dat wordt opgevat als een co-constructie. Om die reden is authenticiteit (synoniem: echtheid, waarachtigheid) een belangrijk concept geworden in de psychoanalyse.

Tegenover authenticiteit staan valsheid, bedrog, afweer van irrationele angst en de leugen.
Neri (2008) definieert authenticiteit als volgt:

1. Authenticiteit is het resultaat van een verworven capaciteit om vervreemdende identificaties te veranderen waarbij het subject zich minder gevangen en bekneld voelt. Het subject voelt zich niet langer in de greep van een straffende vader, een verstikkende moeder, een katholieke opvoeding, opgroeiende kinderen. Het zelf is vloeiender en mobieler. Authenticiteit is een proces waarbij het zich gedragen, beleven en voelen gemarkeerd wordt, dat wil zeggen voorzien van een unieke stempel. Het authentieke subject voelt zich vrijer en glijdt minder af in passiviteit, zelfbeklag, verveling of futiliteit.

2. Authenticiteit betekent dat men zichzelf autoriseert. Voortaan hangt legitimatie niet uitsluitend af van erkenning door een ander. Authenticiteit betekent dat men belang toekent aan iets dat nog ongebonden is, maar toch als essentieel aanvoelt.

3. Authenticiteit omvat het begrijpen van emotionele waarheid en het dragen, articuleren en uitdrukken van emoties.

4. Authenticiteit impliceert kennis van sociale regels, van het feit dat er andere spelers zijn en ondanks dit gegeven, toch plezier beleven aan het sociale verkeer zonder zich ingeperkt te voelen.

5. Tenslotte is authenticiteit niet los te zien van het zelf. Authenticiteit is de uitkomst van een integratiemoment (een beweging naar de depressieve positie volgens Klein, naar D volgens Bion).

6. Authenticiteit is ook te beschouwen als het resultaat van een ontwikkelingsproces waarbij afstand wordt genomen van de kinderlijke narcistische positie: men vindt zichzelf niet alleen maar uniek en bijzonder. Het authentieke zelf kan vrede nemen met verouderen, aanvaardt vergankelijkheid alsook de wederkerige afhankelijkheid tussen mensen. Het verleden kan getaxeerd worden met een minimum aan ontkenning en distorsie.

Literatuur

  • Hebbrecht, M. (2014). Authenticiteit: een psychoanalytische benadering. Tijdschrift voor Psychotherapie, 40 (3), 184-196.
  • Neri, C. (2008). Authenticity as an aim of psychoanalysis. The American Journal of Psychoanalysis, 68, 325-349.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: