Psychoanalytisch Woordenboek

Defect

  • Duits: Defekt, der
  • Frans: défaut

Hiaat in geestelijke capaciteiten, een “litteken” in de persoonlijkheid na een eerder doorgemaakte psychische ziekte. Zo geeft Freud als diagnose van de Wolvenman: ‘Een toestand in vervolg op een spontaan geëindigde dwangneurose, die met achterlating van een defect is genezen’ (Freud, 1918b; 6: 480). Hetzelfde schreef hij over Anna O. De zelfpsychologie werkt met het begrip defect in plaats van conflict. Het is daar het residu van een vroegere ontwikkelingsstoornis.

Literatuur

  • Freud, S. (1918b) ‘Uit de geschiedenis van een kinderneurose [“De Wolvenman”]’, Werken 6: 474, 479-582.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: