Psychoanalytisch Woordenboek

Discours

  • Duits: Diskurs, der
  • Frans: discours

Bij Lacan heeft het begrip aanvankelijk de vrij aspecifieke betekenis van vertoog, verhaal. Zo heet het onbewuste le discours de l’Autre. Daar klinkt reeds wel de verbondenheid met de ander in door. Vanaf eind jaren zestig ontwikkelt hij het begrip van de quatre discours ofwel de vier vertogen: het vertoog van de meester, de hystericus, de universiteit en de analyticus. Hij doet dit op basis van vier posities (die vastliggen) en vier termen (die rouleren). Men kan hierin Freuds drie onmogelijke beroepen herkennen: regeren, opvoeden en analyseren. In feite gaat het om vier vormen van sociale band. Het concept van de quatre discours heeft, in ieder geval gedurende een bepaalde periode, veel invloed uitgeoefend en vond toepassing op klinische beelden, wetenschapsgeschiedenis en dergelijke. [AM]

Literatuur

  • Mooij, A. (1985) ‘De vier vertogen bij Lacan’. Te Elfder Ure 36, 198-210.
  • Verhaeghe, P. (2005) Over normaliteit en andere afwijkingen. Handboek klinische diagnostiek. Acco, Leuven/Voorburg.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: