Psychoanalytisch Woordenboek

Drift

  • Duits: Trieb
  • Engels: instinct/drive
  • Frans: pulsion

Dynamische kracht die zich manifesteert als aandrang en die het organisme een doel doet nastreven. ‘Onder een drift kunnen wij om te beginnen niets anders verstaan dan de psychische representant van een continu stromende endosomatische prikkelbron, te onderscheiden van de prikkel, die door geïsoleerde excitaties van buitenaf wordt teweeggebracht. “Drift” is dus een van de begrippen die het psychische van het lichamelijke afgrenzen’ (Freud, 1905d; 4: 48v). ‘Men kan aan de drift een bron, object en doel onderscheiden. De bron is een excitatietoestand in het lichaam, het doel is de opheffing van deze excitatie, op haar weg van bron naar doel wordt de drift psychisch werkzaam’ (Freud, 1933a; 9: 158). Op de bladzijde daarvoor schrijft hij: ‘De driftenleer is om zo te zeggen onze mythologie.’ Het begrip drift heeft te maken met het overgangsgebied tussen lichaam en psyche bij de mens. De Engelse vertaling instinct is ongelukkig, omdat dit de drift maakt tot een vastliggend schema. Freud heeft altijd vastgehouden aan het belang van het biologische voor de psyche, hun onlosmakelijke eenheid; tegelijkertijd is die band echter ondoorzichtig. Pogingen om andere metapsychologische concepten in te voeren zijn vaak bekritiseerd omdat ze het driftmatige in de mens zouden verwaarlozen.

Literatuur

  • Freud, S. (1905d) ‘Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit’, Werken 4: 9, 15-116.
  • Freud, S. (1933a) ‘Colleges inleiding tot de psychoanalyse. Nieuwe reeks’, Werken 10: 77, 79-232.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: