Psychoanalytisch Woordenboek

Dualisme

  • Duits: Dualismus, der
  • Frans: dualisme

Een grondtrek in het denken van Freud, die consequent afwijzend stond tegenover monisme. Het betekent een denken waarin twee onherleidbare en onafhankelijke elementen – zoals Eros en doodsdriften – ten slotte de laatste verklaring vormen. Indien deze twee onafhankelijk van elkaar ongebreideld actief worden, ontstaat een gevaarlijke situatie. Zie Drift(ont)menging. Het slot van ‘Het onbehagen in de cultuur’ gaat hierover: ‘Beslissend voor het lot van het mensdom lijkt mij de vraag of en in welke mate zijn culturele ontwikkeling erin zal slagen de verstoring van het samenleven door de menselijke agressie- en zelfvernietigingsdrift de baas te worden. In dit verband verdient misschien juist ons huidige tijdsgewricht speciale belangstelling. De mensen hebben het in de beheersing van de natuurkrachten inmiddels zover gebracht dat zij elkaar gemakkelijk tot de laatste man kunnen uitroeien. Zij weten het, en dat is goeddeels verantwoordelijk voor hun huidige onrust, hun ongeluk en angststemming. En men mag verwachten dat de andere van de beide “hemelse machten”, de eeuwige Eros, zich in de strijd met zijn even onsterfelijke tegenstander zal trachten te handhaven. Maar wie kan de definitieve uitkomst voorzien?’ (1930a; 9: 531v).

Literatuur

  • Freud, S. (1930a) ‘Het onbehagen in de cultuur’, Werken 9: 456, 461-532.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: