Psychoanalytisch Woordenboek

Dwangneurose

Een dwangneurose is een neurose die wordt gekenmerkt door dwangsymptomen (dwangvoorstellingen of neigingen om ongewenste handelingen uit te voeren, waartegen bezweringsrituelen worden aangewend; twijfelen) en een dwangmatig karakter (zuinig, koppig, precies).

  • Duits: Zwangsneurose
  • Engels: compulsive-obsessional neurosis
  • Frans: névrose obsessionnelle

In de DSM-IV is de dwangneurose ondergebracht op As I bij angststoornissen als obsessieve-compulsieve stoornis en op As II als obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Freud rekende deze neurose – naast de hysterie – tot de overdrachtsneurosen. In de aanvang van de psychoanalyse werd de dwangneurose exemplarisch beschreven als veroorzaakt door een vroegkinderlijk seksueel trauma (aanvankelijk passief ondergaan, in tweede instantie meer actief met een accent op de sadistische component als aangenaam ervaren, naderhand zichzelf toch verweten, waarna afweer plaatsvindt door scrupuleuze gewetensvolheid en schaamte, en door verschuiving van het daarbij behorende affect naar onbetekenende details). Later wordt de afweer geheel gezien in het kader van het oedipuscomplex (Rattenman) met een regressie naar de anale erotiek (fixatiepunt, zie Fixatie), die de vorm van de afweer tekent (isolatie, ongedaan maken, reactieformatie). Tevens is er de regressie van handelen naar denken, dat libidineus bezet wordt (piekeren). In het structurele model wordt de angst voor het superego benadrukt. De Ik-functies ontwikkelen zich prematuur (voortijdige beheersing van anaal sadisme). Het gaat vaak om talentvolle en aangepaste mensen, van wie het emotionele leven echter sterk naar de achtergrond is gedrongen. Soms vindt men daarom in de literatuur vergelijkingen met mummies en standbeelden. Ze móéten veel, lijken niets te willen en kunnen moeilijk genieten.

Melanie Klein onderscheidde aanvankelijk een dwangneurotische positie tussen de paranoïde-schizoïde en de depressieve. Introjectie en projectie van innerlijke deelobjecten oscilleren bij het tot stand komen van totaalobjecten. Dwangneurotische symptomen betekenen progressie bij de vorming van objectrelaties en kunnen een functie hebben als bumper tegen regressie naar psychose. Bij Stack Sullivan is dwangneurose de reactie van het hulpeloze kind op een eisende hypocriete omgeving. Het creëert een illusoire zekerheid en onkwetsbaarheid door controle over alles.

Behandeling van dwangneurose

De psychoanalyse als behandeling verloopt bij de dwangneuroticus moeilijk, doordat de wijze van behandelen ingrediënten (woorden, denken) aanreikt die het de dwangneuroticus bij uitstek mogelijk maken in zijn afweer te blijven steken. De dwangneuroticus kan de vrije associatie gebruiken als afweer. Tact en inventiviteit van de analyticus in de therapeutische enactment moeten de impasse doorbreken en de patiënt zijn ontdekking laten voelen. In de behandeling is het essentieel te vragen naar de beleving om geleidelijk aan de verdrongen gevoelens te bereiken. [GD]

Literatuur

  • Stein, D.J. & Stone, M.H. (red.) (1997) Essential papers on obsessive-compulsive disorder. New York University Press, New York/Londen.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: