Fallische vrouw/moeder

Vrouw die in de fantasie met een fallus is toegerust. ‘Haar [van het meisje] liefde had de fallische moeder gegolden; met de ontdekking dat haar moeder gecastreerd is […]’ (Freud 1933a; 10: 183). Welke vorm die fantasie ook aanneemt, altijd betekent het dat de draagster in de waarneming van het kind alles heeft, niets mist en niets verlangt. Er is dus geen plaats voor de vader of voor de jongen als man in wording. Het impliceert ook dat aan een “gewone” vrouw iets zou ontbreken in de kinderlijke voorstellingswereld.