Psychoanalytisch Woordenboek

Krenking

  • Duits: Kränkung
  • Engels: blow
  • Frans: blessure

Een beschadiging van het zelfgevoel. Etymologisch bevat het woord dezelfde wortel als het Duitse woord krank (ziek, beschadigd). Het begrip krenking behoort van oudsher niet tot het officiële psychoanalytische jargon, maar is een bruikbaar en veelgebruikt begrip in het huidige psychoanalytische discours. Freud richtte zich in zijn theorievorming op de angst voor beschadiging en vernietiging; de castratie– en vernietigingsangst. Tegenwoordig (zie Kohut en Kernberg) is er in de psychoanalytische theorievorming meer aandacht voor het hanteren van het narcisme ofwel de regulatie van het gevoel van eigenwaarde en daarmee van de krenkbaarheid van mensen in psychoanalytische behandelingen. Freud wijst er meer dan eens op dat de psychoanalyse na Copernicus en na Darwin een derde krenking betekent voor de mens: hij kan zich niet meer soeverein voelen in eigen huis (1917a; 8: 19). [RvG]

Literatuur

  • Freud, S. (1917a) ‘Een moeilijkheid in de psychoanalyse’, Werken 8: 11, 13-19.
  • Schönau, W. (2009) Krenking. Darwin, Newton, Freud. Nieuwsbrief 2009, nr. 4.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: