Psychoanalytisch Woordenboek

Massapsychologie

  • Duits: Massenpsychologie, die
  • Frans: psychologie des masses

In zijn boek ‘Massapsychologie en Ik-analyse’ (1921c) schetst Freud in grote lijnen zijn sociale psychologie. Zijn vraag luidt: wat houdt de massa bij elkaar boven de gemeenschappelijke, objectieve belangen uit? Hij vergelijkt de toestand van het individu in de massa met de fascinatie van de gehypnotiseerde voor de hypnotiseur. Daarom benadrukt hij de functie van de leider, die het gemeenschappelijke Ik-ideaal belichaamt en die het idealisme van allen toetst in de realiteit. Twee identificaties binden de massa: de identificatie met de leider en de wederzijdse identificatie met de medeleden. Interesseerden de psychologen zich tot dan toe vooral voor de spontane massa’s, waaraan een kort leven beschoren was, Freuds belangstelling ging vooral uit naar de artificiële, de georganiseerde massa, met name de kerk en het leger. Deze organisaties hebben een zekere uiterlijke dwang nodig en een leider van wie geloofd wordt dat hij alle leden liefheeft. De binding aan deze ene is ook een voorwaarde voor de binding onder elkaar. Dit leidt tot liefde naar binnen en tot haat naar buiten. ‘Daarom moet een religie, ook als zij zichzelf de religie van de liefde noemt, hard en liefdeloos zijn jegens hen die er niet bij horen’ (1921c; 8: 252). ‘Het is altijd mogelijk een vrij groot aantal mensen in liefde aan elkaar te binden, als er maar genoeg anderen overblijven op wie de agressie kan worden uitgeleefd’ (1930a; 9: 405). Deze verschijnselen kan men ook aantreffen in sommige psychoanalytische groepen.

Onder invloed van deze gedachtegang heeft Erich Fromm zijn “analytische sociale psychologie” ontwikkeld. Freuds massapsychologie is belangrijk geweest voor het onderzoek van het antisemitisme als een vorm van massale projectie. Ook voor het verstaan van het “collectieve narcisme” in de tegenwoordige politiek is Freuds analyse onmisbaar. Kernberg (1998) past de objectrelatietheorie toe op de massapsychologie en onderzoekt vooral de psychische dynamiek in bureaucratische en politieke organisaties. [WiG]

Literatuur

  • Freud, S. (1921c) ‘Massapsychologie en Ik-analyse’, Werken 8: 225, 227-292.
  • Freud, S. (1930a) ‘Het onbehagen in de cultuur’, Werken 9: 456, 461-532.
  • Kernberg, O. (1998) Ideology, conflict and leadership in groups and organisations. Yale University Press, New Haven/Londen.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: