Psychoanalytisch Woordenboek

Mozes

  • Duits: Mose
  • Engels: Moses

De oudtestamentische figuur Mozes heeft Freud zijn gehele leven lang begeleid en diep beïnvloed. In de tweetalige Hebreeuws-Duitse Philippson Bijbel (zie Philippson Bijbel)- waarmee Freud al op jonge leeftijd kennismaakte -, staat op de frontispice een indrukwekkende illustratie van Mozes, afgebeeld met twee lichtstralen boven het hoofd en met vaderlijke ogen. Freud identificeerde zich sterk met Mozes, de wetgever van het joodse volk. Mozes behoorde voor Freud met zijn driftverzaking en zelfcontrole tot de kern van het Ik-ideaal en diende als vaderrepresentant. Ten tijde van het antisemitisme werd Mozes voor Freud een uitweg en een troost. Hij droomde ook over Mozes en bracht hem regelmatig ter sprake in brieven (bijv. aan Ferenczi) waarbij hij zich identificeerde met Mozes. Freud maakte eens de vergelijking dat hij niet het Beloofde Land zou binnentreden – dit in tegenstelling tot Jung (als Mozes’ opvolger Jozua). Freud publiceerde twee boeken over Mozes. In De Mozes van Michelangelo (1914, aanvankelijk anoniem gepubliceerd) bestudeert en analyseert hij het indrukwekkende marmeren Mozesbeeld van Michelangelo (Rome, San Pietro in Vincoli, onderdeel van een grafmonument voor paus Julius II) en komt hij tot een eigenzinnige interpretatie van diens Mozes. Volgens Freud verwierf Mozes een bovenmenselijke natuur vanwege het intomen van zijn drift en woede tijdens zijn afdaling van de berg Sinaï met de door God geschonken Stenen Tafelen op het moment dat hij zijn volk om het gouden kalf zag dansen (Exodus 32 en 34), en vanwege zijn vermogen om het eigen verlangen neer te leggen ten gunste van een opdracht die men zich gesteld heeft of gekregen heeft: de hoogste mogelijk geestelijke prestatie van een mens. Dit moment van karaktervorming heeft Michelangelo volgens Freud gefixeerd. Aan het einde van zijn leven publiceerde Freud De man Mozes en de monotheïstische religie, waarin hij beweert dat Mozes geen Hebreëer maar een Egyptenaar van hoge komaf was, en waaraan het Jodendom zijn geloof in één God te danken heeft. Het beeldverbod en de mozaïsche wetten hebben geleid tot het afstand nemen van irrationele opvattingen van het geestesleven, tot een vergeestelijking van de joods-christelijke godsdienst (boekreligie) en tot een vergroting van het (joodse) intellectuele denken.
Literatuur
1. Freud, S. (1914b), ‘De Mozes van Michelangelo’, Werken 6: 295-325.
2. Freud, S. (1939a),’ De man Mozes en de monotheïstische religie – Drie verhandelingen’, Werken 10: 320-443.
3. Grubrich-Simitis, I. (2004), Michelangelos Moses und Freuds Wagstück. Eine Collage. Frankfurt am Main: S. Fischer.

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: