Psychoanalytisch Woordenboek

Onbewust/het onbewuste

  • Duits: unbewusst
  • Engels: unconscious
  • Frans: inconscient/l’inconscient

Het geheel van onbewuste psychische processen. Het onbewuste was vóór Freud al een gangbaar begrip, zij het niet in de psychoanalytische betekenis (Lütkehaus, 2005). ‘Overigens hebben al in de tijd vóór de psychoanalyse de hypnotische experimenten, in het bijzonder de posthypnotische suggestie, het bestaan en functioneren van het psychisch onbewuste duidelijk gedemonstreerd’ (Freud, 1915e; 7: 67). ‘Onbewust’ wordt ofwel in descriptieve zin gebruikt om te benoemen wat in het nu feitelijk niet bewust is: iets onbelangrijks kan naar het onbewuste zijn weggezakt omdat we er geen aandacht aan hebben geschonken. Dat kan zo weer opgeroepen worden. Het woord “onbewust” gebruikt Freud ook in topische zin. Dan verwijst het onbewuste naar een van de systemen in Freuds eerste, topografische theorie van het psychisch apparaat. Onbewust betekent dan: zonder toegang tot het systeem Vbw-Bw (Voorbewust-Bewust) door de verdringing. Zie Metapsychologie. Het onbewuste kent geen tegenspraak, geen ontkenning, geen twijfel, geen sterfelijkheid (Freud, 1915b; 6: 472), geen graden van (on)zekerheid, het trekt zich niets aan van de werkelijkheid en het wordt gereguleerd door het lustprincipe. Alleen na vervorming door de censuur, resulterend in compromisformaties als derivaten van het onbewuste, kan wat onbewust is doordringen tot het systeem Vbw-Bw. In het kader van Freuds tweede, structurele Es, maar ten dele ook het Ik en Boven-Ik”>topiek is het begrip “onbewust” niet de karakteristiek van een specifieke instantie, daar het Es, maar ten dele ook het Ik en Boven-Ik onbewust zijn. Zie ook Geheugen, Psyche, Psychoneuroanalyse en Woordvoorstelling.

Volgens de huidige stand van onze kennis kan men zich gebeurtenissen van vóór het derde jaar niet als zodanig herinneren, hoe ingrijpend een gebeurtenis ook was. De hersenen zijn daartoe dan nog onvoldoende ontwikkeld en deze zaken zijn verdwenen in het impliciete geheugen, en als zodanig onbereikbaar. Wel bestaan er dan vaak symptomen die men slechts kan begrijpen van daaruit. Bijvoorbeeld betreft het een zicht op een (gezins)situatie, waarin elementen onzichtbaar blijven, omdat men ingezogen is in het verhaal van een ander (bijvoorbeeld een van de ouders) en geen eigen kijk heeft kunnen ontwikkelen; of een onstilbaar, melancholisch verlangen dat begrijpelijk wordt door het verlies van moeder door overlijden op eenjarige leeftijd. Ook het bewust willen vergeten van iets kan succes hebben gehad. Het geheugen is geen ‘objectief’ geordend archief.

Literatuur

  • Calich, J.C. & Hinz, H. (2007)
  • The unconscious – Further reflections. IPA, Londen.
  • Freud, S. (1915b) ‘Actuele beschouwingen over oorlog en dood’, Werken 6: 448, 450-473.
  • Freud, S. (1915e) ‘Het onbewuste’, Werken 7: 60, 65-102.
  • Lütkehaus, I. (red.) (2005) Dieses wahre innere Afrika. Texte zur Entdeckung des Unbewuszten vor Freud. Psychosozial-Verlag, Gießen.
  • Stroeken, H. (2008) ‘Es arbeitet wohl ohne Unterbrechung in mir weiter. Notitie over het onbewuste.’ Tijdschrift voor Psychotherapie 34 (4), 277-284.
  • Westerink, H. (2008) ‘Inleiding’. In: S. Freud, Het onbewuste. Boom, Amsterdam.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: