Psychoanalytisch Woordenboek

Psychastenie

  • Duits: Psychasthenie, die

Dit betreft een oude term die in het leven is geroepen door Pierre Janet in 1894. Het betrof aanvankelijk een verzamelnaam voor alle neurosen behalve de hysterie en is afgeleid van het Griekse woord ‘asteneia’ dat letterlijk verzwakking van het psychisch functioneren betekent. Angst, insufficiëntiegevoelens, wilszwakte, fobieën, gevoelens van vreemdheid, onwerkelijkheid en depersonalisatie staan centraal in deze term. Neurasthenie, hetgeen letterlijk verzwakking van het zenuwstelsel betekent, vormde in die periode een onderdeel van psychastenie.

Na Janet krijgt het begrip langzaam een andere betekenis, n.l. die van de dwangneurose*. Het slaat sindsdien op een persoonlijkheidsstructuur met als kenmerken: neiging tot overmatige precisie en perfectionisme, grote behoefte aan orde en netheid, onzekerheid en angst voor controleverlies. Neurasthenie en psychastenie worden dan beschouwd als twee verschillende categorieën van neurose, waarvan de derde categorie wordt gevormd door de hysterie.

Na de Tweede Wereldoorlog raakt de term psychastenie langzaam in onbruik. Sinds de introductie van de DSM-classificering is deze term vervangen door de zogeheten obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. (RB)

 

Literatuur

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: