Psychoanalytisch Woordenboek

Realiteitstoetsing

  • Duits: Realitätsprüfung
  • Engels: reality testing
  • Frans: épreuve de réalité

In Freuds theorie van de droom bestaat de functie van het  psychisch apparaat, die onderscheid maakt tussen wensvervulling in de werkelijkheid of in  fantasie, hallucinatie of droom (1900a; 2: 534n). In het topografisch model beschikt zij in het systeem Bw [Bewuste] over de motorische innervatie, stelt vast of een waarneming valt te verdrijven of niet en maakt zo onderscheid tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ [het psychisch apparaat] (1916-17f; 7: 126).

In de tweede topiek schrijft Freud het testen van de realiteit toe aan een deel van het Ik, dat denkend, proefhandelend met kleine quanta  energie anticipeert op de bevrediging van een dubieuze driftimpuls, die verdrongen of door tegenbezetting onschadelijk gemaakt kan worden (1933a; 10: 152v).

In de egopsychologie wordt zij gezien als samengesteld uit ten minste aandacht, waarneming-bewustzijn, geheugen, secundair proces denken, uitstellen van ontlading, oordeel en kritiek en reflectief besef (Hurvich,1970).

In infant research is ontdekt en bij babyobservatie valt telkens weer te zien, dat al zeer kort na de geboorte de baby in samenspel met de zogende moeder de  realiteit begint te onderzoeken (Horner, 1985) om met zestien weken nauwgezet tastend en zuigend een keuze te maken tussen vingers, lepeltje, speen of moederborst. Competitie tussen vingers en voeding als bron van lust doet een vroeg besef van de relatie tussen mond en hand vermoeden, terwijl er nog geen specifiek beeld van een object als moeder is gevormd; het de ego begint als ‘mond-ego’ (Hoffer, 1950). De van oorsprong dyadisch gedachte structuur raakt met de toenemende organisatie van het zelf”>realiteit toetsende ego begint als ‘mond-ego’ (Hoffer, 1950). De van oorsprong dyadisch gedachte structuur raakt met de toenemende organisatie van het zelf en de geïnternaliseerde objectrepresentaties verwikkeld in een zodanig gecompliceerde omgang met realiteiten, dat in de oneindig variabele normaliteit sprake is van meervoudige dynamische procedures en processen in plaats van een enkelvoudig testen (Robbins en Sadow, 1970).

Een andere geschiedenis en betekenis heeft het oorspronkelijk uit empathische observaties van baby’s door Ferenczi (1913, 1926) afkomstige begrip realiteitszin, besef van, gevoel voor realiteit (sense of reality, Realitätssinn). Het onderscheid is theoretisch en klinisch van belang om te begrijpen waarom de borderlinestructuur ondanks een intacte realiteitstoetsing niet komt tot aanpassing en emotionele groei en in de psychoanalytische techniek vraagt om een specifieke benadering (Figueiredo, 2006). [WL]   

 

Literatuur

  • Ferenczi, S. (1913) ‘Stages in the development of the sense of reality. In: First contributions to psychoanalysis, 213-239 London: Hogarth, 1952
  • Ferenczi, S. (1926) The problem of acceptance of unpleasant ideas: Advances in knowledge of the sense of reality. Int. J. Psychoanalysis 7:312-323
  • Figueiredo, L.C. (2006) ‘Sense of reality, reality testing and reality processing in borderline patients’, Int. J. Psychoanalysis 87:769-787
  • Freud, S. (1900a) ‘De droomduiding’, Werken 2: 534n
  • Freud, S. (1916-17f) ‘Metapsychologische aanvulling op de droomleer’, Werken 7: 115
  • Freud, S. (1933a) ‘Colleges inleiding tot de psychoanalyse. Nieuwe reeks, college XXXII
    Angst en driftleven’, Werken 10: 152v
  • Hoffer, W.H. (1950) ‘Development of the body ego’, Psychoanalytic Study of the Child,
    5:18-23
  • Horner, T.M. (1985) ‘Subjectivity, intentionality, and the emergence of realitytesting
    in early infancy’, Psychoanalytic Psychology, 2:341-363
  • Hurvich, M. ( 1970) ‘On the Concept of Reality Testing’, Int. J. Psychoanalysis
    51:299-312
  • Robbins, F. P. and Sadow, L., (1974) ‘A developmental hypothesis of reality processing’,
    Journal of the American Psychoanalytic Association 22:344-363
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: