Psychoanalytisch Woordenboek

Rouwarbeid

  • Duits: Trauerarbeit
  • Engels: work of mourning
  • Frans: travail de deuil

Proces binnen de psyche, volgend op het verlies van iemand, waardoor de rouwende erin slaagt zich gaandeweg van het verloren object los te maken. ‘De rouw heeft een heel specifieke psychische taak te vervullen, hij moet de herinneringen en verwachtingen van de overlevenden losweken van de doden. Is deze arbeid eenmaal volbracht, dan neemt het verdriet in hevigheid af, daarmee het berouw en het verwijt, en daarom ook de angst voor de demon’ (Freud, 1912-13a, 6: 78). Gebeurt dit niet, dan komt er geen einde aan de rouw, hetgeen uitloopt op depressie. Zie Gezondheid.

Literatuur

  • Freud, S. (1912-13a) ‘Totem en taboe’, Werken 6: 11, 15-167.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: