Psychoanalytisch Woordenboek

Tegenoverdracht

  • Duits: Gegenübertragung
  • Engels: countertransference
  • Frans: contre-transfert

Het geheel van onbewuste reacties van de analyticus op de persoon van de analysand en in het bijzonder op diens overdracht. Globaal kan men zeggen dat dit begrip zich heeft ontwikkeld in twee richtingen. Enerzijds is er de klassieke opvatting van Freud waarin tegenoverdracht een negatief gegeven is. De analyticus brengt in deze definitie zijn eigen (neurotische) overdracht in het spel en remt daarmee het proces of brengt het wellicht zelfs helemaal in gevaar. Hij is geen ‘objectieve toeschouwer’ meer. Freud benadrukt dus altijd dat de tegenoverdracht in toom gehouden moet worden. ‘Wij zijn geattendeerd op de tegenoverdracht die bij de arts ontstaat door de invloed van de patiënt op het onbewuste voelen van de arts, en overwegen de eis te stellen dat de arts deze tegenoverdracht in zichzelf moet onderkennen en de baas worden’ (1910d; 5: 281). In de andere, nieuwere betekenis vormen overdracht en tegenoverdracht elkaars pendant. Wat de analysand oproept bij de analyticus kan verhelderend zijn. Door zijn persoonlijke reacties te registreren maakt de analyticus maximaal gebruik van zijn tegenoverdracht. Het begrip tegenoverdracht wordt dan veel ruimer opgevat en de vraag wordt hoe complementair de psychoanalyticus kan/wil reageren, hoe groot zijn role responsiveness is.

Literatuur

  • Freud, S. (1910d) ‘De toekomstkansen van de psychoanalytische therapie’, Werken 5: 276, 278-287.
  • Sandler, J., Dare, C. & Holder, A. (1992) The patient and the analyst. Hogarth Press, Londen.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: