Psychoanalytisch Woordenboek

Vrije wil

  • Duits: Wille, der freie
  • Engels: conscious will
  • Frans: volonté libre

‘Bestaat er geen vrije wil, zoals sommige neurobiologen menen aan te tonen?’ Deze vraag stelt A. Grunberg, en zijn antwoord luidt: ‘De mensendokter is geen neurobioloog, dus enig voorbehoud is op zijn plaats, maar ik vraag me wel af wat die neurobiologen precies bedoelen met “vrije wil”. Ik vrees dat de neurobiologen waarop u doelt een reductionistische manier van denken hanteren. Maar het kan ook goed zijn dat de beschouwers en lezers hun werk reduceren tot een al te eenduidige boodschap. De vraag of de vrije wil bestaat of niet, is niet zo verschrikkelijk interessant. De vraag is: kan een maatschappij zonder de illusie van de vrije wil? Het antwoord daarop lijkt mij duidelijk: nee’ (Vrij Nederland, 15 november 2010, p. 88).

A. Damasio (Portugal, 1944): ‘Veel van wat wij “vrije wil” noemen, komt neer op ons vermogen om nee te zeggen tegen wat ons biologische zelf wil. Als je genen bijvoorbeeld bepalen dat je seks wilt hebben met een bepaald persoon, maar in jouw cultuur is dat niet geoorloofd, dan kun je ervan afzien. Dat is dan een bewuste, vrije keuze. Het is idioot om te beweren dat wij geen vrije wil zouden hebben’ (Trouw, 8 maart 2011, p. 27). Zie ook: Wil.

***

Vrije wil is het menselijk vermogen om controle uit te kunnen oefenen over handelingen en beslissingen. Het begrip is echter niet onomstreden, mede omdat men het hanteert zowel als voorwaarde voor verantwoordelijkheid, als voor zelfverwerkelijking en fysieke aansturing.

Degenen die het bestaan van de vrije wil ontkennen zijn van oudsher te vinden onder filosofen (nihil fit sine causa) en theologen (predestinatie), en hedendaagse materialisten.

Het wetenschappelijke standpunt wordt beschreven in het volgende klassieke syllogisme:

a. Het universum ontwikkelt zich volgens deterministische natuurwetten, gekenmerkt door oorzaak en gevolg (causaliteit).

b. De mens is een natuurverschijnsel. Het cartesiaanse dualisme van lichaam en geest heeft plaatsgemaakt voor de overtuiging dat geest een emergent verschijnsel is van een netwerk van neuronen, gebaseerd op het genoom.

c. Volgens deze opvatting is ook de mens met zijn wil gedetermineerd.

Ontkenning van vrije wil heeft echter belangrijke maatschappelijke consequenties voor morele verantwoordelijkheid en rechtspraak.

Sommige filosofen zijn van mening dat determinisme niet strijdig is met het intuïtieve gevoel van vrijheid en morele verantwoordelijkheid (compatibilisme). Iemand is vrij als hij onbelemmerd kan doen wat hij wil en zonder dwang kan kiezen uit alternatieve mogelijkheden. Anderen menen dat men voor een handeling uit vrije wil moet kunnen bepalen wat men wil (libertarisme). Kant (1724-1804) verklaarde de speelruimte voor vrije wil in een overigens deterministisch universum door te wijzen op het verschil in informatie die de wetenschap verschaft over de waarneembare wereld tegenover de dingen op zichzelf, waarover men alleen kan denken.

Bovendien betwist het onzekerheidsprincipe van de quantummechanica hard determinisme en schept ruimte voor vrije wil.

Volgens deze opvattingen kan vrije wil wél bestaan (indeterminisme).

Het debat over vrije wil is ontaard in een polemiek tussen idealisten en realisten, uitgaande van een wisselwerking tussen en wederzijdse afhankelijkheid van geest en materie. Moderne neurobiologische onderzoekstechnieken verschaffen hopelijk nieuw inzicht in de complexe samenhang van deze begrippen.

Wij zijn ons brein met het vermogen om vanuit het immense geheugen merendeels onbewuste in- en uitwendige impulsen te beoordelen alvorens een handeling uit te voeren. [WJ]

Literatuur

  • Kane, R. (2011) The Oxford handbook of free will. Oxford University Press, New York.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: