Psychoanalytisch Woordenboek

Zelfobject

  • Duits: Selbstobjekt
  • Engels: selfobject
  • Frans: objet du moi

Zelfobjecten zijn personen, die het kind – en later in meer of minder sterke mate ook de volwassene – nodig heeft om zijn narcistisch evenwicht te bewaren. De ander staat in functie van het  zelf, hij is er een verlengstuk van. Daarbij zijn van belang de ervaringen die met deze personen worden opgedaan. Dit inzicht komt overeen met nieuwere bevindingen in de ontwikkelingspsychologie, volgens welke niet het object maar de interactionele reguleringsprocessen worden verinnerlijkt. Het tekortschieten in empathie van de zelfobjecten tijdens de kinderjaren leidt tot de ontwikkeling van een kwetsbaar en onzeker narcistische persoonlijkheidsstoornis, hypochondrie, depressie en dergelijke). Door de zogenaamde optimale frustratie die het kind niet overvraagt, wordt daarentegen een proces gestimuleerd, waardoor het kind zelf in toenemende mate de functie van de zelfobjecten kan gaan vervullen en zo een autonoom zelf ontwikkelt. Dit proces van de “transformerende verinnerlijking” leidt ook in de behandeling van narcistisch gestoorde patiënten tot de ontwikkeling van een rijpe persoonlijkheid. (narcistische persoonlijkheidsstoornis, hypochondrie, depressie en dergelijke). Door de zogenaamde optimale frustratie die het kind niet overvraagt, wordt daarentegen een proces gestimuleerd, waardoor het kind zelf in toenemende mate de functie van de zelfobjecten kan gaan vervullen en zo een autonoom zelf ontwikkelt. Dit proces van de “transformerende verinnerlijking” leidt ook in de behandeling van narcistisch gestoorde patiënten tot de ontwikkeling van een rijpe persoonlijkheid. [DB]

Literatuur

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: